Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeiden zij tot hem: Vraag toch [8]God, dat wij mogen weten, of onze weg, op welken wij wandelen, voorspoedig zal zijn. 8. Alzo noemen zij de afgoderij van den valsen efod en van de beelden, waarvan de Leviet gezegd had, en door hen wel onthouden is. Zie onder, vs.14, en boven, hfdst.17 vs.5.